Geschiedenis
DeLaMar kent een rijke geschiedenis. In 1887 werd op deze locatie de Spieghelschool gebouwd. Vanaf de jaren ’30 van de vorige eeuw werd het gebouw vooral als pakhuis gebruikt, onder meer door de aan de overkant van de straat gelegen Stadsschouwburg.
In 1947 werd het gebouw verbouwd tot een theater. Architect Piet Grossouw, de echtgenoot van Fien de la Mar, noemt het theater naar haar familie, en in het bijzonder naar zijn schoonvader Nap de la Mar. Nadat het theater in 1950 failliet ging, nam Wim Sonneveld, samen met Piet Meerburg en Piet Keijzer, in 1952 het gebouw over. Hij veranderde de naam in het Nieuwe de la Mar Theater, en breidde de zaal door de toevoeging van een balkon uit van 300 naar 500 zitplaatsen. In het begin van de 21e eeuw werd duidelijk dat het gebouw aan een grondige renovatie toe was. Op verzoek van de gemeente Amsterdam kwam de VandenEnde Foundation met een plan voor het verbouwen van het Nieuwe de la Mar Theater en de naastgelegen bioscopen Calypso en Cinerama. Het Nieuwe de la Mar bleef uiteindelijk tot 31 december 2005 bestaan.
Uiteindelijk werd op 9 september 2008 de eerste paal in de grond geslagen van wat uiteindelijk het DeLaMar worden. Op 23 september 2009 legden Joop en Janine van den Ende de eerste steen van de nieuwe gevel van DeLaMar. Deze gevel is een replica van het oorspronkelijke gebouw uit 1887. De opening van DeLaMar vond plaats op 28 november 2010, in bijzijn van toenmalig koningin Beatrix.