23 mei 2024 | Project
SPRING Performing Arts Festival van start
De twaalfde editie van het SPRING Performing Arts Festival gaat vandaag van start. Van 23 mei t/m 1 juni 2024 zijn de theaters en straten van Utrecht het domein van (inter)nationale theatermakers, choreografen en interdisciplinaire kunstenaars. Vanuit de slogan “The crowd is full of faces” geven meer dan zestig makers hun blik op de actualiteit. Met name de rol van het individu en persoonlijke verhalen in de universele wereld staan hierin centraal.
Binnen de programmering van SPRING is er ruimte gecreëerd voor alumni van podiumkunstopleidingen. Het festival wil hiermee een podium bieden aan internationale talenten die na hun opleiding op zoek zijn naar een plek in het werkveld. De theatermakers krijgen krijgen de kans om hun afstudeervoorstelling verder te ontwikkelen tot een volledige theaterproductie.
Dit jaar mogen theatermakers Leandro Souza en Ainhoa Hernández Escudero (het vervolg op) hun afstudeervoorstelling presenteren, met steun van de VandenEnde Foundation. De alumni van de DAS Graduate School doen dit op 31 mei en 1 juni in Theater Kikker. Beide makers vertellen hieronder meer over hun producties.
Leandro Souza
In Musa Insistente gebruikt de Braziliaanse Leandro Souza choreografie als ontsnappingsstrategie. In zijn werk wil hij alternatieve manieren zoeken voor de manier waarop we in de westerse samenleving naar dingen kijken, om zodoende te ontkomen aan de valkuilen die representatie vandaag de dag met zich meebrengt. Hij verklaart: “Kunst over bepaalde gemarginaliseerde onderwerpen wordt vaak benaderd of gerepresenteerd in een context die vanuit westers oogpunt comfortabel voelt. Ik wil de mensen uitnodigen om zich opnieuw tot de ander te verhouden: niet door hen te plaatsen binnen hun eigen vooropgezette ideeën, maar juist die ander met een open blik te doorkruisen.”
Het idee om choreografie als ontsnappingsmechanisme in te zetten, ontstond bij Leandro toen hij in Brazilië een tegenstrijdige situatie tegenkwam. In São Paulo was een campagne gaande om artistieke producties van zwarte kunstenaars en kunstenaars uit achtergestelde gemeenschappen te promoten, maar dit gebeurde binnen de kaders die vanuit westers (koloniaal) oogpunt gebruikelijk zijn. De kunstenaars werden weliswaar gezien, maar alleen binnen de context waaruit ze juist wilden losbreken.
Leandro begon zich af te vragen hoe aan dat kader te ontkomen valt: “Ik raakte dus geïnteresseerd in ontsnapping: niet als ontkenning van problemen, maar als middel om die problemen aan te kaarten en om nieuwe manieren te ontwikkelen om kunst te maken en zien, bijvoorbeeld als zwarte of queer kunstenaar. Kan je loskomen van de westerse wetten van de kunstmarkt en daarbinnen juist een kritische positie innemen? Het is niet gemakkelijk. Er spelen sociale, politieke, culturele en economische eisen, maar niet elke kunstenaar kan daaraan voldoen en niet alle kunst kan daar goed op reageren.”
Toch doet Leandro met Musa Insistente een poging. Eerder al ontwikkelde hij een vocabulaire dat verschillende choreografische en performatieve ontsnappingstactieken beschrijft, zoals verstrikking, vermomming, verdwijning en terugkeren. In dit stuk gebruikt hij vooral verstrikking. “Ik maak hierbij gebruik van een reeks teksten, zoals toespraken, liedteksten en filosofische teksten, die verbonden zijn met het idee van ontsnapping. Vervolgens haal ik die teksten door elkaar, en geef ik ze andere betekenissen, die soms nergens op slaan. Deze manipulatie zet zich door in het lichaam, waardoor er ook ongebruikelijke gebaren en bewegingen ontstaan.”
Door de westerse taal op deze manier te ‘verscheuren’, hoopt Leandro de onderwerpen en mensen die door die taal in bepaalde categorieën worden opgesloten te bevrijden. Toch ziet hij zichzelf niet als de alwetende kunstenaar: “Ik probeer door mijn werk vooral een dialoog tot stand te brengen met het publiek. Ik ben een kunstenaar die ronddwaalt, maar ook ergens diep induikt; die dicht bij zijn eigen tijd staat en tegelijkertijd uit de pas loopt. Tegenstellingen staan centraal. Ik denk dat mijn boodschap dus niet zozeer een bepaalde les is, maar meer het gegeven dat de manier waarop we de werkelijkheid zien, niet de enige of beste manier is.”
Ainhoa Hernández Escudero
De Spaanse theatermaker Ainhoa Hernández Escudero maakt met haar voorstelling (DON’T) LOOK ME IN THE EYES het tweede deel van haar trilogie Blooming. In dit project kijkt ze naar mythologische verhalen en de manier waarop vrouwen en queer-personen door de eeuwen heen steeds opnieuw op een verkeerde manier zijn neergezet en behandeld. Ze gebruikt de mythes van vroeger om problemen in de huidige samenleving te analyseren, en verwerkt deze inzichten met behulp van science fiction tot nieuwe theatrale vertellingen.
In het eerste deel van haar trilogie stond godin Hekate centraal. Dit keer ligt de focus op Medusa: een iconisch figuur in de Westerse cultuur. Ainhoa vertelt: “Haar verhaal gaat over een persoon die vanwege haar blik een monster wordt genoemd. Generatie op generatie is haar verhaal vanuit deze visie verteld en is ze gestraft omdat ze anders was. Ik interpreteer haar juist als de kracht om anders naar de wereld te kijken en dingen te zien die anderen niet opmerken.” Het is de krachtige symboliek die dit verhaal, en de Griekse mythologie in het algemeen, voor Ainhoa intrigerend maakt. “Die verhalen blijven ook in de huidige samenleving krachtig overeind staan, alsof dat ene narratief vaststaat en er geen alternatieven zijn. Ik ben benieuwd of en op welke manieren dat te doorbreken is.”
In haar voorstelling spelen niet alleen drie menselijke artiesten een rol. Ook twee robots en een avatar vullen een belangrijke plek in. Deze combinatie van mens en techniek is volgens Ainhoa fascinerend en vreemd tegelijk: “Je begint je af te vragen wat de definitie is van een levend wezen. Ik ervaar soms ethische problemen om de robots aan en uit te zetten. Toen een van de robots pasgeleden anders geprogrammeerd moest worden, voelde het alsof iemand van wie je houdt in het ziekenhuis ligt en anders dan daarvoor uit de operatie komt. Anders, maar wel krachtiger.” Tegelijkertijd vormen de robots voor haar gewoon een schakel in het maakproces van een voorstelling, net zoals ze normaal gesproken ook te maken heeft met andere technische onderdelen zoals belichting. “Net als bij de andere mensen die bij het project betrokken zijn, ga je een bepaalde relatie aan met de robot, en moet je ontdekken hoe die samenwerking het beste werkt.”
Ainhoa beschrijft zichzelf niet als maker die zoekt naar antwoorden. Ze stelt vooral vragen om zodoende te proberen voorbij te gaan aan die ondoordringbare loop van steeds hetzelfde narratief. “Juist in het theater is het mogelijk om andere perspectieven op de wereld te ervaren. Er zitten veel symboliek en referenties in de voorstelling. Hopelijk verlaat iedereen de zaal met een ander gevoel en een eigen interpretatie van het stuk.”
De voorstellingen ‘Musa Insistente’ van Leandro Souza en ‘(Don’t) Look me in the Eyes’ van Ainhoa Hernández zijn beide te zien tijdens het SPRING Performing Arts Festival op vrijdag 31 mei en zaterdag 1 juni in Theater Kikker.