26 augustus 2023 | Studiebeurs
Interview: Ruben van den Aardweg op zoek naar verstilling
De liefde voor theater begint al vroeg bij theatermaker Ruben van den Aardweg: als kind staat hij thuis te performen in de serre. Het serieuzere werk komt zodra hij in 2016 met zijn opleiding ‘Docent Theater’ start aan de ArtEZ University of the Arts in Arnhem. Hoewel hij deze studie met succes afrondt, is Ruben nog niet uitgeleerd: het vak van theaterregie wekt zijn interesse. In 2020 start hij daarom met de opleiding Regie Theater aan het Royal Institute for Theatre, Cinema & Sound (RITCS) in Brussel. In september 2023 vervolgt hij zijn opleiding in Brussel met de Master Regie & Schrijven.
Je hebt je driejarige bacheloropleiding net afgerond. Hoe kijk je terug op deze jaren?
“Het waren drie heerlijke, soms frustrerende, maar vooral enerverende jaren. Deze drie jaar voelde aan als een vrijplaats waar ik het niet-weten mocht ontdekken. Ik kreeg tijd om mijn eigen stem als maker te ontwikkelen. Een stem die een dialoog aangaat, samenspeelt en luistert.
Het waren ook drie dynamische jaren. Jaren van op m’n bek gaan en weer opstaan, om dan nog beter te vallen. Het was drie jaar slenteren door Brussel, daardoor de stad leren kennen, haar inwoners en de 150 culturen die Brussel rijk is. Drie jaar om me te omringen met een nieuwe familie waarin ik eindeloos kon sparren over nieuwe ideeën en bronnen. En soms ook discussies aangaan en heerlijke onzin raaskallen.
Drie jaar om een kritische blik te ontwikkelen. Een blik naar mezelf, maar ook naar de wereld.”
Voordat je aan de opleiding begon, had je al een idee van jezelf als regisseur en het theater. In hoeverre is dit idee door je opleiding veranderd?
“In het begin was ik een stuiterbal met veel idealen die alleen idealen bleven. Ik had nog niet de juiste tools gevonden om dat wat ik wilde vertellen, voelbaar te maken. En ik kon het vaak al weten zonder eerst te zoeken. Juist het zoeken in dat wat ik nog niet weet, iets dat op het spel staat, een zoektocht naar het breekbare en dat wat zich verschuilt en langzaam gepeld moet worden, daar ligt het wezenlijke. Dan gaat het niet meer om mij, maar om de ander, om wat we hier in hemelsnaam uitspoken op deze wereld. Dat zoeken vertaalt zich niet alleen in de rol als regisseur, maar ook als speler, schrijver en docent. Bij elk nieuw project zoek ik naar de juiste vertaalslag. Soms ‘moet’ ik ook die vloer op en speel ik in mijn eigen werk. Een andere keer neem ik meer de positie in van maker. De constante is het schrijven.
Voordat ik mijn repetitie start, sluit ik mij vaak eerst twee à drie weken op om te schrijven. Om daarna in de repetitie die tekst weer durven breken en opnieuw op te bouwen. Dat heb ik soms nodig: mezelf isoleren en geen enkele prikkel van buiten ontvangen. Ik heb geleerd dat dat diep indalen in mezelf juist een kantelpunt (nodig) heeft. Kunst is voor mij een gevoeligheid ontwikkelen naar de wereld toe. Daar waar ik mij kan laten raken door iets wat me overkomt of zie gebeuren. Daar tijd voor nemen, het laten inwerken naar het diepste van mijn zijn. Wanneer ik daar zo diep in graaf en doorgraaf en tracht de kern te raken, krijgt het (hopelijk) een buitenwaartse beweging en zegt het iets dat niet meer om mij gaat, maar draagt het een waarheid in zich die voor iedereen verschillend mag zijn.
En ik heb het spelende mogen ontdekken. Theater is ook die wisselwerking van verschillende zielen die clashen dat het zo weerbarstig interessant wordt.
Mijn werk cirkelt altijd rond de mens die op het punt staat opnieuw te beginnen. Mensen die met het verleden breken om daarna de puzzelstukjes opnieuw te leggen. Altijd diegene die het kind-zijn zijn
verloren, de onbevangenheid. Mensen die zijn dichtgeslagen en de dialoog verloren zijn met de wereld om hen heen. Het gaat in mijn werk om de poging vrij te zijn en eens lekker te kunnen lachen, vieren, brullen, dansen en spelen.
En humor, ja, dat is ook echt belangrijk. Theater als podium waar we kunnen lachen om onszelf, de ander en de wereld. Niet uitlachen, maar lachen vanuit empathie, omdat we gelijk zijn door onze verschillen. Allemaal zijn we hier op aarde beland en ieder van ons zoekt op zijn of haar manier naar een bepaalde zingeving, naar zijn of haar plaats in de wereld. En theater deelt die verschillende pogingen, maakt ze voelbaar en verbindt ze met de ander. Dat is toch ongelooflijk schoon! En die zoektocht naar zingeving, die bijna niet meer mogelijk lijkt in een wereld waar de markt bepaalt en regeert. Er is cynisme neergedaald. En dat moeten we ten alle tijden bestrijden! We moeten terug naar het vieren van het ‘nutteloze’. Dat wat zich niet kan laten kapitaliseren, altijd van vorm verandert zodra je het wilt grijpen en waarin alle zintuigen nodig zijn om te ervaren. En laat theater daar een uitkomst bieden.
Dat wil niet zeggen dat theater een escapisme is naar zoete dromen, dat zeker niet, maar kunst is juist zo fundamenteel omdat het volkomen nutteloos is. Juist daarom kan het raken, iets nieuws in gang zetten of op een andere manier naar de wereld laten kijken. Theater is voor mij op zoek gaan naar verstilling, naar momenten dat we onszelf mogen verliezen in het niet-weten. En vanuit dat gezamenlijk niet-weten kunnen we iets nieuws ontdekken. Om het de volgende dag weer durven niet-te-weten.
Vaak leren we al vanaf ons kind-zijn dat het antwoord er ten alle tijden moet zijn. Daardoor verliezen we nieuwsgierigheid, het ontdekken en zoeken naar nieuwe gronden. Die houding van niet-weten is
belangrijk om nieuwe verbindingen en verhoudingen te ontdekken naar de wereld en de natuur. Dat is het belangrijkste wat ik in deze drie jaar heb ontdekt.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
Je omschreef Brussel, voorafgaand aan je studie, als een rauwe stad waar je de creativiteit kon voelen. In hoeverre heb je dit inderdaad ervaren?
“Brussel is een metropool van veel verschillende talen en culturen. Dat maakt het een hele interessante stad, maar laat ook pijnpunten zien. De bureaucratie van Europa vertaalt zich in Brussel naar de straat. Daar waar duizenden ‘sans-papiers’ zonder dak leven en jaren wachten op een volgende “nee, je mag niet blijven”, maar tegelijkertijd biedt de overheid geen oplossing aan die armoe. Ook zie ik in Brussel ontzettend veel initiatieven en community’s ontstaan. Gemeenschappen van mensen die elke dag samen koken en eten tot samen filmavonden organiseren. Van samen theater maken tot volksdansen. De framing van sociale media, van Brussel als ‘Hellhole’ (de uitspraak van Trump), is alles behalve dat. Brussel geeft antwoord dat samenleven met zoveel culturen en talen mogelijk is, en niet alleen dat: het heeft meerwaarde. Dat bewustzijn draag ik met mij mee.”
Je gaat nu aan je masteropleiding beginnen. Hoe zien je toekomstplannen eruit?
“Tijdens mijn master in Theater Regie & Schrijven ga ik onder andere een project maken met jongeren uit Brussel waar we starten vanuit de vraag: “wat is de waarde van het vragen?” Een ode aan de vraagtekens, aan het niet-weten en het blijven zoeken. En een kritiek naar de ‘volwassenen’, die zich niet altijd lijken af te vragen hoe het met de kinderen van tegenwoordig gaat, of vragen wat ze willen, maar zelf denken beter te weten.
En tegelijkertijd ben ik op dit moment met een solo bezig, over een jongere die kampt met zoveel verschillende stemmen. Stemmen van hulpverleners, bezorgde ouders, politie, leraren en trauma’s uit
het verleden. En in dit proces lijkt hij zijn eigen stem te verliezen. Het moet een gevecht worden om zijn eigen weg te bewandelen. Het onderzoek is al begonnen.
Er sijpelen nog een heleboel andere ideeën, misschien niet allemaal voor volgend jaar, maar voor daarna. Zoals een community oprichten waar iedereen welkom is om ten eerste te eten en daarna theater te maken. En ik wil terug in de klas, dichtbij de generatie die een (vuil) stokje krijgt aangereikt. En zelf blijven maken, spelen en schrijven.”
Heb je nog tips of adviezen voor toekomstige bursalen van de VandenEnde Foundation?
“Zorg dat het privilege geen privilege blijft. Je hebt geld gekregen om te kunnen studeren en ontdekken. Gebruik die tijd en geef terug wat je geleerd hebt.”
Voor zijn opleiding in Brussel ontving Ruben van den Aardweg tussen 2020-2022 van de VandenEnde Foundation een studiebeurs van € 10.000,- voor zijn eerste jaar, een beurs van € 8.700,- voor zijn tweede jaar, en een beurs van € 7.500,- voor zijn derde jaar. Voor zijn masteropleiding in 2023 ontvangt Ruben een studiebeurs van € 8.000,-.